Verhalen en essays

Essay: Scheefgezakte grafsteen

Illustratie Sintel 9

Essay over de angst voor gekte. Verschenen in literair tijdschrift Sintel 9, 2025. Een reis langs het theaterstuk Hauntology van theatergroep Linz, Veronica O’Keane, Catherine Malabou, Zaïre Krieger, Charlotte Perkins Gilman.

Illustratie door Gert-Jan van den Bemd

Lees fragment:

Een schemerige kamer van ongeveer tien bij drie. Links een matras op de grond, rechts een bureau met laptop. Daartussen rondslingerende kleding, snoeppapiertjes en een verhuisdoos met een keyboard erin. Verder niets. Diepe bastonen kruipen over de vloer als een stel opdringerige spoken. Het is midden in de nacht en persoon van een jaar of twintig is alleen in de kamer. Ze draagt een joggingbroek en een ruimvallende sweater. Eindeloos tuurt ze naar het beeldscherm. Meerdere vensters staan open en de informatie dendert over je heen: chatberichten, een vals zingende Toad, game reviews, een snel gemonteerde muziekvideo met gasmaskers en begraafplaatsen.

De bastonen intensiveren. 

Het meisje leest een oud bericht van haar vriend Wren. Typt een reactie.

Stop being dead.

Ze delete een mapje met herinneringen aan Wren.

De bas doet alles trillen. 

Sluit je ogen en zie het voor je. De schemerige ruimte. De beelden.  

Het was een zaterdagavond in Amsterdam. Hauntology van theatergroep Linz en Frascati. Ik zat midden op de tribune van een uitverkochte zaal. De lucht was droog. Ik vreesde voor een hoestaanval, nam een slokje water. Tegen het eind van de voorstelling drongen de basklanken als een slijptol mijn hoofd binnen. De somberheid van het meisje werd de mijne. Ik drukte mijn oren dicht. De slijptol sneed dieper. Toen er ook nog een stroboscoop begon te vuren, had ik de neiging weg te vluchten. Ik wilde er niet meer zijn.

Het overkomt me niet vaak dat ik in het theater vergeet dat ik naar een voorstelling kijk. Natuurlijk wist ik het wel, maar mijn systeem sloeg op tilt door het geluid, het beeld – als publiek zagen we enorme projecties van het beeldscherm –, en de droevige gestalte van het meisje. Als ik eraan terugdenk weet ik niet wat me erger ontregelde: 

  1. Het gevoel dat mijn brein uit elkaar viel, of 
  2. Paniek namens jonge mensen van nu, levend in een dubbelwereld van het scherm en de fysieke omgeving. Zelf was ik tiener in een tijd dat internet nog amper bestond.