De magische loper

Kort verhaal | De magische loper

In de avondwinkel kom ik erachter dat ik mijn sleutel thuis heb laten liggen. Het is min tien graden buiten en ik sta op straat. Vrienden of familie met sleutels zijn er niet. Met een blik hondenvoer in de hand blijf ik bij de uitgang staan. Wat nu? Het meisje achter de balie roept iets wat ik niet versta. Wat moet zij nou? Laat me nadenken. Mijn pinpas doet het niet, ik heb tien euro op zak. Een slotenmaker bellen. Dat kan. Mijn mobiel ligt ook thuis.
Het meisje. Ik ken haar van gezicht omdat ik hier bijna iedere avond kom. Ze heeft altijd iets zwarts aan en van die omlijnde ogen, net iets te dikke wangen en een onderkin. Haar ogen zijn intrigerend, een beetje schuin alsof ze voor een deel Aziatisch is.
‘Kan ik je telefoon lenen?’
Ze geeft het ding, een antiek model. Helemaal hip, een telefoon die alleen maar belt. Ik zet het blik voer op de toonbank. Bello moet wachten.
‘Heb je internet hier?’
Ze wijst op de computer achter de toonbank.
Als ik haar vraag of ze een slotenmaker wil opzoeken begint ze over een loper die zogenaamd op alle deuren past. Ik wacht tot ze erbij gaat lachen, tof geintje, hoor.
‘Waar woon je?’ vraagt ze.
‘Twee huizen verderop.’

Waarom ik erin meega, weet ik niet – geen keuze, hè – maar even later lopen we in de vrieskou. Ze heeft de winkel gesloten. En warempel, de sleutel die ze tevoorschijn haalt past op mijn deur.