Cavialand

Kort verhaal | Cavialand

Er zat een luikje in de bodem van de caviakooi. Timmie wist dat wel. Wie het gemaakt had, wist hij niet. Iedere nacht ging hij naar een ander land: Groentewereld, Spellenrijk, Lavendelhooiland. Overdag knaagde hij verveeld aan zijn tralies en ’s nachts ging hij op pad. Op een zondag in oktober – het was een paar dagen na Dierendag (waar hij niets voor had gekregen) – brak zijn tand af. Zijn baasje had natuurlijk niets in de gaten. Zelfs niet toen hij een wortel liet liggen.

Die nacht ging hij rechtsaf naar Tandartsland, een bevriende cavia had hem daarop gewezen. Op iedere hoek van de straat zat een tandartspraktijk. De een prees zichzelf aan met een gigantisch kunstgebit op de gevel, de ander met een poort van gestreepte snoepstokken. Hij ging naar binnen bij een praktijk met ronde spiegels in de etalage. Een langoorkonijn zat achter de balie.
‘Afspraak?’
De cavia schudde zijn kop.
‘Ga daar maar zitten.’
Een hamster zonder tanden liep in een rad.
‘Ik wacht tot mijn tanden klaar zijn,’ sliste hij. ‘Ze maken ze na.’

De tandarts bleek een walrus te zijn. Vakkundig plakte hij een nieuw stukje tand aan. ‘En nu niet meer op ijzer knagen, ja!’

Thuis knaagde Timmie harder dan ooit aan de tralies, trots op zijn nieuwe tand. Het kon zijn baasje niets schelen. Toen hij de volgende nacht een nieuw land ontdekte met allerlei achtbanen besloot hij daar voor altijd te blijven. Hij plakte het luik stevig dicht.